DeClerck

Regelgeving en jurisprudentie

25 augustus 2014

Aanwijzing tot archeologisch monument

Monumenten bevinden zich niet alleen boven de grond, maar ook in de grond. In dat geval spreken we over archeologische monumenten. De minister kan zodoende ook terreinen aanwijzen als beschermd monument. Zo geschiedde ook ten aanzien van het Archeologiepark/Stadspark in Leidsche Rijn te Utrecht. Een aantal bewoners gingen hiertegen in beroep. Uiteindelijk besliste de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) in hoger beroep.

Deze uitspraak maakt weer eens inzichtelijk dat het bij een besluit tot aanwijzing van een object als (rijks)monument om het algemeen belang gaat dat is gemoeid met de bescherming van het cultureel erfgoed. Dit belang dient vervolgens afgewogen te worden tegen de belangen die de – in dit geval – bewoners van percelen hebben bij het achterwege laten van die aanwijzing.

Eerder had de rechtbank overwogen dat het telkens aanvragen van een vergunning op zichzelf reeds onevenredig belemmerend is en de aanwijzing van de percelen om die reden achterwege zou moeten blijven. De ABRvS vernietigt echter deze uitspraak. De rechtbank heeft namelijk ten onrechte niet onderkend dat de minister de omvang van de bescherming nader heeft omschreven. Hierdoor mogen de appellerende bewoners in beginsel tot 1,20 meter zonder vergunning de bodem verstoren. Volgens de ABRvS is zodoende normaal gebruik van hun tuin mogelijk. De aanwijzing betekent ten slotte niet dat er in de diepere grondlagen nooit werkzaamheden mogen worden uitgevoerd, maar dat hierover eerst dient te worden beslist in de daarvoor vereiste vergunningprocedure.

De bewoners voerden in deze procedure nog aan dat na het proefsleuvenonderzoek van 1998, waarop de aanwijzing is gebaseerd, de grond al is verstoord door de bouw van hun woningen. De minister heeft volgens de ABRvS echter toen al afdoende voorzorgsmaatregelen getroffen door onder andere het bestaande maaiveld met een meter op te hogen, waardoor de archeologische grondlaag beperkt is verstoord. Het algemeen belang van behoud van cultureel erfgoed weegt in deze zaak uiteindelijk dan ook zwaarder dan de individuele belangen van de bewoners.

Zie: ABRvS 2 juli 2014, nr. 201306923/1/A2

Terug naar alle regelgeving en jurisprudentie