DeClerck

Regelgeving en jurisprudentie

15 september 2018

De werking van het Bouwbesluit 2012 op de wijziging van een monument

Bij de verlening van een omgevingsvergunning voor het verbouwen, slopen of verplaatsen van een monument, kan het Bouwbesluit 2012 een belangrijke rol spelen. Dit vereist in het bijzonder aandacht, als het bevoegd gezag aan de vergunningverlening bepaalde specifieke voorwaarden wil verbinden. Het stellen van dergelijke voorwaarden is niet bijzonder. Het bevoegd gezag zal immers de monumentale waarde van het bouwwerk willen behouden. Dit maakt dat een vergunning voor het wijzigen van een monument doorgaans is voorzien van (strenge) voorwaarden.

Bouwbesluit 2012

In het Bouwbesluit 2012 (hierna: bouwbesluit) wordt onderscheid gemaakt tussen nieuwbouw en verbouw. Er is sprake van verbouw bij gehele of gedeeltelijke vernieuwing, verandering of vergroting van een bouwwerk. Aan verbouw stelt het bouwbesluit dezelfde eisen als aan een nieuw te bouwen bouwwerk, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken.

De bepalingen van het bouwbesluit zijn ook van toepassing bij de wijziging van een monumentaal bouwwerk. Het bevoegd gezag wordt geconfronteerd met de vraag hoe de voorschriften van het bouwbesluit zich verhouden tot de eisen die het bevoegd gezag zal willen stellen aan de wijziging van het monument.

Bij verbouw van een monument

In bepaalde gevallen heeft de toepassing van de voorschriften van het bouwbesluit op de verbouw van een monument onwenselijke gevolgen. Zo kunnen monumentale waarden verloren gaan vanwege specifieke eisen – bijvoorbeeld in het kader van de veiligheid – die het bouwbesluit aan de verbouw verbindt.

Om te voorkomen dat monumentale waarden in het gedrang komen, is artikel 1.13 in het bouwbesluit opgenomen. Dit artikel bepaalt dat met voorwaarden – verbonden aan de vergunning voor de verbouw van een monument – kan worden afgeweken van de voorschriften in het bouwbesluit. De voorwaarden die het bevoegd gezag aan de vergunning voor de verbouw van het monument verbindt, komen als het ware in de plaats van bepalingen van het bouwbesluit.

In het Praktijkboek Bouwbesluit 2012 wordt het concrete voorbeeld gegeven van een trap in een monumentale woning, die in strijd met een inhoudelijk voorschrift van het bouwbesluit is gesitueerd. Vanwege het belang van het behoud van de monumentale waarden van het bouwwerk, kan bij de vergunning voor de verbouw van het monument worden voorgeschreven dat de trap niet mag voldoen aan van de betreffende voorschriften van het bouwbesluit.

Het moet gaan om verbouw

Een belangrijk punt van aandacht ten aanzien van artikel 1.13 is dat het moet gaan om verbouw. Nu zal de wijziging van een monument in het overgrote deel van de gevallen ook aan te merken zijn als verbouw (en niet van nieuwbouw). Echter, er zijn ook gevallen denkbaar dat alleen de voorschriften voor nieuwbouw van toepassing zijn. Bijvoorbeeld in geval van volledige sloop (inclusief de fundering) en vervolgens herbouw. Denkbaar is dat bij deze herbouw op aanwijzing van het bevoegd gezag bepaalde specifieke monumentale waarden terug moeten komen. Het bevoegd gezag zal zich in dit uitzonderlijke geval gebonden zien aan de voorschriften van het bouwbesluit.

Besluit

De uitzonderingsbepaling waarmee de voorwaarden aan de omgevingsvergunning voor de wijziging van een monument in de plaats kunnen treden van de voorschriften van het bouwbesluit, geeft het bevoegd gezag goed gereedschap om de monumentale waarden van een bouwwerk te beschermen. Vanuit de monumentenzorg een goede bepaling, maar het is en blijft maatwerk!

Vragen over monumenten? Neem gerust contact met ons op. Wij helpen u graag verder!

 

 

Terug naar alle regelgeving en jurisprudentie