DeClerck

Regelgeving en jurisprudentie

7 januari 2013

Het gehele pand onder de werking van gemeentelijke monumentenverordening

In de uitspraak van 14 november 2012 spreekt de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) zich uit over een verleende ontheffing en bouwvergunning voor het veranderen en vergroten van een winkel te Utrecht. Het pand waarin de winkel is gevestigd staat op de gemeentelijke monumentenlijst, maar tegelijk met de bouwvergunning is geen monumentenvergunning verleend.

Ingevolge de Monumentenverordening Utrecht 1998 is het verboden zonder vergunning van het college of in strijd met bij zodanige vergunning gestelde voorschriften een beschermd gemeentelijk monument af te breken, te verstoren, te verplaatsen, te vellen of in enig opzicht te wijzigen.

In het register van de gemeentelijke monumenten van de gemeente Utrecht staat onder meer dat het winkelwoonhuis is gebouwd rond 1905 in Jugendstil en dat het pand van belang is vanwege het uitwendige aspect. Omdat de bouwwerkzaamheden slechts het interieur van het pand betreffen, is het college van burgemeester en wethouders van Utrecht vervolgens van mening dat er geen monumentenvergunning vereist is.

De rechtbank gaat mee met deze redenering, de ABRvS kan dit echter niet volgen. Ten aanzien van in het kader van de Monumentenwet 1988 aangewezen monumenten is de Afdeling van oordeel (onder meer de uitspraak van 3 september 2008 in zaak nr. 200708573/1) dat een onroerend goed slechts als geheel op de monumentenlijst kan worden geplaatst, waarmee de werking van de Monumentenwet 1988 zich uitstrekt over het pand als geheel. De in het register van beschermde monumenten opgenomen omschrijving dient om aan te geven welke aspecten en bestanddelen van het object in het bijzonder beschermingswaardig zijn, maar dat betekent niet dat het monument alleen bescherming geniet voor zover dat staat beschreven in die omschrijving.

In het kader van een aanvraag om een monumentenvergunning dient vervolgens te worden beoordeeld of de bouwwerkzaamheden zich verdragen met de monumentale waarden van het pand. Geen grond is aanwezig om ten aanzien van gemeentelijk aangewezen monumenten anders te oordelen. De werking van de Monumentenverordening strekt zich dan ook uit over het hele pand.

Zie: ABRvS 14 november 2012, LJN: BY3086

Terug naar alle regelgeving en jurisprudentie