Bij aanpassing van een gemeentelijk monument of rijksmonument is meestal sprake van bouw of sloop. Daarnaast is veelal ook sprake van strijd met het bestemmingsplan en tegelijkertijd is in alle gevallen sprake van wijziging van het monument. Kortom, een drietal activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning moet worden gevraagd. Bij de beoordeling van de gevraagde omgevingsvergunning beoordeelt het college van Burgemeester en Wethouders (hierna: het college) van de betreffende gemeente of alle gevraagde activiteiten mogelijk zijn.
De beoordeling van de gevraagde vergunning
Bij de beoordeling of de gevraagde activiteiten kunnen worden vergund toetst het college op basis van de ingediende gegevens en bescheiden of sprake is van strijd met onder andere:
- De regels van het Bouwbesluit 2012;
- De lokale bouwverordening van de betreffende gemeente;
- Het vigerende bestemmingsplan, de beheersverordening, het exploitatieplan of vergelijkbare regelingen zoals de welstandsnota;
- De redelijke eisen van welstand, tenzij het college afwijking alsnog mogelijk vindt;
Als strijdigheid bestaat met één van de bovenstaande regelingen, dan kan of moet het college de omgevingsvergunning weigeren.
Zoals genoemd kan sprake zijn van strijd met het bestemmingsplan. Bij die beoordeling is van belang wat in het bestemmingsplan is opgenomen over monumenten en de wijziging daarvan. Hetzelfde geldt voor een eventueel van toepassing zijnde welstandsnota van een gemeente.
De wijziging van het monument is een afzonderlijke activiteit waarop het college de vergunningaanvraag zal moeten beoordelen. De lokale erfgoed- of monumentenverordening is daarin maatgevend. Ook het advies van de welstands- of monumentencommissie is belangrijk en kan een doorslaggevende rol spelen in de beoordeling van de aanvraag van de omgevingsvergunning.
De activiteiten zijn meestal onlosmakelijk met elkaar verbonden
De beoordeling van de genoemde activiteiten is één geheel. Op het moment dat de bouwactiviteit in strijd is met bepaalde regelgeving en daarom door het college zal moeten worden afgewezen, dan kan de activiteit het wijzigen van het monument niet worden vergund. Die gevraagde wijziging bestaat immers uit de niet toegestane bouwactiviteit.
Hetzelfde geldt voor de strijdigheid met regelgeving zoals het bestemmingsplan. Als de gevraagde activiteiten in strijd zijn met het bestemmingsplan – en het college geen mogelijkheid of aanleiding heeft de afwijking toe te staan – dan kunnen de activiteiten bouwen en wijziging van het monument vanzelfsprekend niet plaatsvinden.
Deze geschetste samenhang wordt ook wel de onlosmakelijke verbondenheid genoemd. Recent heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State zich hier wederom over uitgelaten, in een vraagstuk over een rijksmonument. Onder verwijzing naar eigen vaste rechtspraak, overweegt de Afdeling dat vanwege deze onlosmakelijke verbondenheid van de activiteiten het niet mogelijk is één van die activiteiten toe te staan als een andere van die activiteiten moet worden geweigerd.
De nieuwe Omgevingswet
Onder de nieuwe Omgevingswet – die volgens de huidige planning per 1 januari 2023 van toepassing zal worden – komt de verplichting om één vergunning voor verschillende onlosmakelijk verbonden activiteiten op hetzelfde moment aan te vragen niet terug. Dit heeft tot gevolg dat bij strijdigheid van de bouwactiviteit met relevante regelgeving, niet zomaar leidt tot afwijzing van de andere gevraagde – onlosmakelijk verbonden – activiteiten. Wat op zichzelf natuurlijk een bijzondere en ongewenste situatie kan opleveren.
Tip!
Bedenk bij het aanvragen van een omgevingsvergunning – die bestaat uit meerdere onlosmakelijk verbonden activiteiten – goed of álle activiteiten kunnen worden vergund. Het is natuurlijk zonde als u veel investeert in het maken van prachtige bouwtekeningen, terwijl (bijvoorbeeld) de wijziging van het monument zal worden geweigerd! In dat geval zal namelijk de omgevingsvergunning voor alle onlosmakelijk verbonden activiteiten worden geweigerd.