DeClerck

Regelgeving en jurisprudentie

5 mei 2014

Ten onrechte buiten beoordeling laten gegevens BRIM-subsidieaanvraag

In deze tussenuitspraak over een besluit inzake subsidieverlening op grond van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim) is de procedure over de verdeling van de subsidie aan de orde geweest. Stichting Kasteel Heeze (hierna: ‘de Stichting’) heeft een aanvraag gedaan voor de instandhouding van de groene monumenten van Kasteel Heeze. Door middel van een loting onder complete aanvragen is in eerste instantie de aanvraag van de Stichting in behandeling genomen. Vervolgens is bij de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap besloten dat de subsidiabele kosten lager moesten worden vastgesteld. De in bezwaar door de Stichting overgelegde gegevens om het tegendeel aan te tonen, heeft de minister met een beroep artikel 12 lid 1 van de Brim, dat bepaalt dat de aanvraag compleet moet zijn bij de indiening, buiten beschouwing gelaten. De aanvraag zag door het bepalen van lagere subsidiabele kosten niet langer op een grootschalig instandhoudingsproject, maar op een regulier instandhoudingproject. Het subsidieplafond voor reguliere instandhoudingsprojecten was inmiddels bereikt, waardoor Kasteel Heeze alsnog buiten de boot viel.

De minister had de aangevraagde vergoeding van sommige kostenposten buiten beschouwing gelaten, omdat deze kosten de in een interne richtlijn vastgestelde prijzen overschreden. Deze informatie was de Stichting niet bekend. In bezwaar heeft de Stichting de hoogte van begrotingsposten toegelicht en nadere informatie verstrekt. De Afdeling overweegt dat de door de minister gehanteerde voorbereidingsprocedure zich er niet tegen verzet om deze informatie bij heroverweging in bezwaar te betrekken. Daarvoor is van belang dat de rangschikking van de subsidieaanvragen niet op basis van een inhoudelijke beoordeling tot stand komt, maar door middel van loting. De inhoudelijke beoordeling heeft pas na de loting plaatsgevonden. De Afdeling oordeelt dan ook dat de minister ten onrechte de in bezwaar overgelegde gegevens buiten beschouwing heeft gelaten. De minister wordt opgedragen om een nieuw besluit met inachtneming van de in bezwaar overgelegde gegevens te nemen.

Zie: ABRvS 12 februari 2014, zaaknummer: 201303616/1/A2, ECLI:NL:RVS:2014:421

Terug naar alle regelgeving en jurisprudentie