DeClerck

Regelgeving en jurisprudentie

6 mei 2014

Vervangen kozijnen monument vergunningvrij?

Het vervangen van kozijnen als vergunningvrije bouwactiviteit
In de uitspraak van 19 maart 2014 spreekt de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) zich uit over de vergunningvrijheid van het vervangen van kozijnen.

Volgens aanvrager in deze zaak is voor zijn bouwplan, dat ziet op het vervangen van een deel van de kozijnen, geen omgevingsvergunning nodig. Ingevolge artikel 2, aanhef en lid 1 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) is geen omgevingsvergunning voor de activiteit ‘bouwen’ nodig, indien de activiteiten betrekking hebben op gewoon onderhoud, voor zover detaillering, profilering en vormgeving niet wijzigen.

De ABRvS overweegt dat er alleen geen omgevingsvergunning nodig is als zowel de detaillering áls de profilering én de vormgeving niet wijzigen. Dit zijn dus cumulatieve voorwaarden. Nu de bestaande kozijnen worden vervangen door kozijnen met een andere profilering oordeelt de Afdeling dat er niet aan de cumulatieve voorwaarden is voldaan en er dus geen sprake is van ‘gewoon onderhoud’. Er is dus wel een omgevingsvergunning nodig. Het hoger beroep wordt voor zover ongegrond verklaard.

Zie: ABRvS 19 maart 2014, TBR 2014/62, noot, ECLI:NL:RVS:2014:999

Het vervangen van kozijnen in een monument
Buiten de context van deze uitspraak moet nog worden opgemerkt dat artikel 3a lid 1 Bijlage II bij het Bor aanvullende voorwaarden stelt ten aanzien van het vervangen van kozijnen in een rijksmonument (voor gemeentelijke monumenten geldt de lokale monumentenverordening). Het vervangen van kozijnen omvat dan namelijk twee samenhangende, tevens in beginsel vergunningplichtige activiteiten. Dit zijn de activiteiten ‘bouwen’ en het ‘wijzigen van een monument’.

Het Bor bepaalt dat er uitzonderingen zijn op de vergunningplicht met betrekking tot deze activiteiten. Om de deelactiviteit ‘bouwen’ vergunningvrij te mogen uitvoeren, gelden ten eerste de cumulatieve voorwaarden zoals hierboven beschreven. Om de deelactiviteit ‘wijzigen van een monument’ vergunningvrij te mogen uitvoeren, geldt aanvullend dat ook de materiaalsoort en de kleur van de kozijnen niet mogen wijzigen.

Op basis van de Nota van Toelichting bij het Bor kunnen deze artikelen en het verschil hiertussen als volgt nader worden verklaard. In een huis dat geen monument is, gelden alleen de voorwaarden verbonden aan de activiteit ‘bouwen’. In dat geval valt ook het geheel vervangen van kozijnen door hetzelfde type kozijnen – met gelijkwaardige indeling, aard en uitstraling – onder het normale onderhoud. Het doorslaggevende criterium is dat er geen wijziging optreedt in het uiterlijk van de kozijnen.  Het vervangen van bijvoorbeeld houten kozijnen door kunststof kozijnen met een gelijkwaardige houtachtige uitstraling – plus gelijke detaillering, profilering én vormgeving – is dan vergunningvrij.

In een huis dat wel een monument is, gelden, naast deze voorwaarden, aanvullend de voorwaarden voor de activiteit ‘wijzigen van een monument’. Het gelijkblijvende uiterlijk is dan niet meer het doorslaggevende criterium voor het vergunningvrij vervangen van kozijnen, want de materiaalsoort mag volgens deze aanvullende voorwaarden niet worden gewijzigd. Ook in de materiaalsoort kan immers monumentale waarde gelegen zijn, bijvoorbeeld vanwege de ouderdom of de authenticiteit van het materiaal. Het vervangen van houten kozijnen door kunststof kozijnen met houtachtige uitstraling is dus niet vergunningvrij in een monument.

Welke onderhoudsactiviteiten aan kozijnen in een monument zijn dan wel vergunningvrij? In de Nota van Toelichting bij het Bor wordt expliciet het voorbeeld genoemd: het plaatselijk herstellen van kozijnen. Dit omvat in ieder geval het aanlassen van verrot kozijnhout en schilderwerk in dezelfde kleur.

Conclusie
Het geheel vervangen van kozijnen in een monument is niet vergunningvrij. Enkel plaatselijke herstelwerkzaamheden met respect voor de bestaande situatie vallen onder het vergunningvrije onderhoud.

Terug naar alle regelgeving en jurisprudentie